De Nieuwe Boerenfamilie

Waarom zijn die boeren nou eigenlijk zo boos?

Persoonlijke column van NBF-oprichter Joris Lohman

Woensdagochtend, Wereldvoedseldag. In de vroege ochtend komen de beelden van druilerige wegen met colonnes trekkers, oranje zwaailichten aan, binnen via telefoon en laptop. In de nacht van 1 oktober had ik nog over trekkers gedroomd, vannacht heb ik rustiger geslapen. Een vriend die in zijn leaseauto op weg is naar zijn werk in Amersfoort stuurt me een verbaasde app en een filmpje. Even later belt hij op. ‘Jij werkt toch met boeren? Ik heb er op zich wel sympathie voor, hoor, maar hoe lang gaat dit allemaal nog duren? Waarom zijn ze nou eigenlijk zo boos?’ Ik kan hem geen bevredigend antwoord geven. 

Ik kan wat uitleggen over de stikstofproblematiek, over meetmodellen en in elkaar geknutselde tussenoplossingen die nu door de rechter van tafel zijn geveegd. Ik kan proberen hem een spoedcollege te geven over de ontwikkeling van het naoorlogse landbouwmodel dat gericht was op productie, wat uiteindelijk overproductie werd. Over de afgelopen 30 jaar waarin politiek, beleid, boerenorganisaties en milieuorganisaties met elkaar in de weer zijn over mest, stikstof, dieren, en steeds verzanden in waterige compromissen en de pijnlijke keuzes voor zich uit schuiven. 

Ik kan beginnen over verdienmodellen. Dat boeren in het dure, dichtbevolkte en overgereguleerde Nederland goed eten maken, maar dat gewoon goed eten maken in andere landen ook prima lukt. Ik kan iets zeggen over de afstand tussen boer en consument, stad en platteland, ‘de kloof’. En dat er veel gebeurt om die kloof te overbruggen, maar dat de meeste consumenten van de Nederlandse producten in het buitenland wonen, dus hoe bereik je die met je verhaal?

Ik kan verwijzen naar een artikel waarin Dick Veerman stelt dat we nu met de boerenprotesten de zich al jaren opbouwende onvermijdelijke ondergang van het familiebedrijf meemaken, dat grondstoffen produceerde voor de verwerkende industrie. Ik kan hem vertellen dat ik soms schrik van de boosheid en terneergeslagen houding van jonge boeren die ik spreek, die nog helemaal aan het begin van hun carrière staan, die voedsel moeten gaan produceren voor de groeiende wereldbevolking, maar er nu al helemaal geen zin meer hebben. 

Dat kan ik allemaal vertellen. Maar hij moet ophangen - hij is aangekomen op zijn werk.

De eerlijkheid gebiedt te zeggen: ook als ik langer de tijd had gehad, had ik niet goed kunnen duiden wat er zich nu afspeelt in Nederland. Kijken we naar een explosie van de opgebouwde onvrede? Is dit dan zo’n bepalend moment in de ‘transitie’ naar een ander voedselsysteem? Zien we dan al de contouren van dat nieuwe systeem? En gaat dat dan beter zijn dan het huidige?

Wat zeker is: het huidige systeem lijkt krakend en piepend tot stilstand te komen. En dan heb ik het niet over de landbouwpraktijk alleen, over wat de boer doet op het erf. Het gaat over de wisselwerking tussen de boerenpraktijk en het beleid, het systeem van lage kostprijs en machtige inkoopcombinaties. Dat systeem - dat is dus veel groter dan het boerenerf. 

Je kan zeggen dat het goed is dat er nu reuring is. Te lang bleef het sudderen, werden moeilijke keuzes vooruit geschoven voor de volgende generatie om het op te lossen. De crisis kan de aanleiding worden om het echt anders aan te gaan pakken. Ik zie ook, zoals Dick Veerman schrijft, ‘ruimte voor een boerenbedrijf dat maakt wat consumenten als ecologisch en ethisch verantwoord zien. Op die markten zijn volop kansen, ook in de ons direct omliggende landen waarvoor Nederlandse boeren produceren. Om die mogelijkheden te realiseren zijn nieuwe beleidsvormen en samenwerkingen tussen overheid, bedrijven en burgers nodig die jammerlijk genoeg nooit ontwikkeld zijn.’

Dit is waarom we De Nieuwe Boerenfamilie gestart zijn. Nederland barst van de innovatieve boeren die bezig zijn nieuwe concepten en ketens te ontwikkelen. Met De Nieuwe Boerenfamilie koppelen we deze boeren aan consumenten om samen nog betere producten te bedenken. Naast de NBF bestaat er een veelheid aan initiatieven waarin dezelfde dynamiek zichtbaar is. 

Maar is het genoeg? Is deze crisis het begin van iets nieuws, of zakken we de komende tijd nog verder de modder van omgeploegde grasvelden in, en komen consument, boer, beleidsmaker en politicus letterlijk en figuurlijk vast te zitten in een file van trekkers en leaseauto’s zonder einde? Ik hoop mijn forenzende vriend over een paar maanden meer te kunnen vertellen. 

Familiedag-66.jpg